Magnum
Ik stond vorige week in een Delhaize, in de wijnafdeling uiteraard, voor magnum flessen Chianti Riserva DOCG. Het taxbandje verraadde dat het verschillende jaren betrof, verder werd er geen onderscheid gemaakt. Maar het betrof wel degelijk een 2009 en een 2007, voor dezelfde prijs.
En voor die prijs, vijftien euro (voor de minder snelle cijferaars zeven en half per gewone fles), kan dat een meevaller zijn. De betere druiven van de net iets strenger gesnoeide stokken op het meest uitmuntende stukje wijngaard in een godsgeschonken balans van zonnestralen en koeling, die dan nog eens langer op rijping blijven liggen... Alles is aanwezig om een koopje te doen. Maar ik ben een drinker en geen spaarder... Dus koos ik veiligheidshalve voor de 2009, om te beginnen, en nam één fles mee.
Waarom niet de oudste? Die zou toch, in een perfecte wereld, net iets verder geëvolueerd moeten zijn, nog een fractie meer in de perfectie gevorderd moeten zijn...?
“Het kan een meevaller zijn” heb ik gezegd, geschreven zo u wil. Het is een feit dat veel wijnbouwers een erezaak maken van hun magnums en daar nog net wat meer aandacht aan besteden. Uiteindelijk is dat ook geen fles die je op een doordeweekse avond ontkurkt bij een werkmansgerechtje (kotelet met patatjes en boontjes om het een naam te geven), met z’n tweetjes... Nee, waarschijnlijk gaat die fles op tafel komen als er bezoek is en dan nog liefst met veel show. En dan maakt de koper, u dus, publiciteit voor de wijn en zijn producent. En dan mag dat net iets beter zijn, toch?
Het kan natuurlijk ook dat de wijnboer te weinig gewone, 75cl-flessen had besteld en zijn zurige low-budget Chianti (ja, dat bestaat ook) dan maar in magnums heeft gekieperd... En, naast het feit dat we in dat geval een basiswijntje krijgen zonder spanning, opbouw, afdronk, balans en wie weet wat allemaal meer (niet), is er dan nog een probleem...
Waar de zorgvuldig geselecteerde, perfect rijpe druifjes van het betere stukje wijngaard waarschijnlijk wel bewaarpotentieel hebben, zou de flut-Chianti dan wel eens lang geleden een onduidelijk hoogtepunt kunnen gehad hebben en sindsdien afgezakt zijn naar azijnwereld of toch dik halfweg in die richting. Bewaarpotentieel is er namelijk alleen maar als de druif voldoende geëvolueerd is en op het moment van een perfecte balans tussen zuurte en suikers geplukt is. En dan is het nog maar de vraag of de kwaliteit er is om de wijn lange tijd te bewaren...
Vandaar dus toch maar voorzichtig één 2009 gekozen als proef. En als er de volgende keer geen meer zijn zoek ik wel een nieuwe uitdaging, liever dan anderhalve liter bocht te drinken... En ik hoop van u hetzelfde!
Heel leuk was de reactie van de vriendelijke dame aan de kassa toen ze zag dat ik ook een Lindemans Bin 50 meehad. “Die Shiraz is echt heel lekker, hoor!”. Ik antwoordde eerlijkheidshalve dat ik een Bin 50 had geproefd die mij zeer was bevallen, maar eigenlijk niet meer wist of dat de Shiraz of de Merlot was en zodoende beide mee had genomen. “Dat zal de Shiraz geweest zijn!” bevestigde ze zonder enige twijfel. “ En de Pinot Grigio is ook zeer lekker!” Tof dat wijn zo hard leeft en dat het tot communicatie leidt, anders had ik nooit “gekeuveld” met mevrouw...
En volgende keer zoek ik zeker de Pinot Grigio, want ze had gelijk: die Shiraz 2015 is echt heel mooi in balans met een typische Shiraz-afdronk, de naam Lindemans waardig. En nog net iets rijker in neus en mond dan de Merlot, die overigens ook niet te versmaden is. Let wel, met de gewone Lindemans is niets fout maar ik zou u de Bin 50 toch ten stelligste aanraden.
mb
PS: de Chianti was ok. Voor de prijs was die dik in orde en je zal er geen beschaamde kaken mee lijden als je ze bij patatjes in de schil met charcuterie of een stevige spaghetti alla Bolognese opdient. En in alle gevallen waar meer beter is dan exquis... Waar voor zijn geld! Maar als je een bevriende wijnconnaisseur wil verrassen kan je beter wat anders kiezen... Volgende week eens zien of er nog een 2007 staat!
Ik stond vorige week in een Delhaize, in de wijnafdeling uiteraard, voor magnum flessen Chianti Riserva DOCG. Het taxbandje verraadde dat het verschillende jaren betrof, verder werd er geen onderscheid gemaakt. Maar het betrof wel degelijk een 2009 en een 2007, voor dezelfde prijs.
En voor die prijs, vijftien euro (voor de minder snelle cijferaars zeven en half per gewone fles), kan dat een meevaller zijn. De betere druiven van de net iets strenger gesnoeide stokken op het meest uitmuntende stukje wijngaard in een godsgeschonken balans van zonnestralen en koeling, die dan nog eens langer op rijping blijven liggen... Alles is aanwezig om een koopje te doen. Maar ik ben een drinker en geen spaarder... Dus koos ik veiligheidshalve voor de 2009, om te beginnen, en nam één fles mee.
Waarom niet de oudste? Die zou toch, in een perfecte wereld, net iets verder geëvolueerd moeten zijn, nog een fractie meer in de perfectie gevorderd moeten zijn...?
“Het kan een meevaller zijn” heb ik gezegd, geschreven zo u wil. Het is een feit dat veel wijnbouwers een erezaak maken van hun magnums en daar nog net wat meer aandacht aan besteden. Uiteindelijk is dat ook geen fles die je op een doordeweekse avond ontkurkt bij een werkmansgerechtje (kotelet met patatjes en boontjes om het een naam te geven), met z’n tweetjes... Nee, waarschijnlijk gaat die fles op tafel komen als er bezoek is en dan nog liefst met veel show. En dan maakt de koper, u dus, publiciteit voor de wijn en zijn producent. En dan mag dat net iets beter zijn, toch?
Het kan natuurlijk ook dat de wijnboer te weinig gewone, 75cl-flessen had besteld en zijn zurige low-budget Chianti (ja, dat bestaat ook) dan maar in magnums heeft gekieperd... En, naast het feit dat we in dat geval een basiswijntje krijgen zonder spanning, opbouw, afdronk, balans en wie weet wat allemaal meer (niet), is er dan nog een probleem...
Waar de zorgvuldig geselecteerde, perfect rijpe druifjes van het betere stukje wijngaard waarschijnlijk wel bewaarpotentieel hebben, zou de flut-Chianti dan wel eens lang geleden een onduidelijk hoogtepunt kunnen gehad hebben en sindsdien afgezakt zijn naar azijnwereld of toch dik halfweg in die richting. Bewaarpotentieel is er namelijk alleen maar als de druif voldoende geëvolueerd is en op het moment van een perfecte balans tussen zuurte en suikers geplukt is. En dan is het nog maar de vraag of de kwaliteit er is om de wijn lange tijd te bewaren...
Vandaar dus toch maar voorzichtig één 2009 gekozen als proef. En als er de volgende keer geen meer zijn zoek ik wel een nieuwe uitdaging, liever dan anderhalve liter bocht te drinken... En ik hoop van u hetzelfde!
Heel leuk was de reactie van de vriendelijke dame aan de kassa toen ze zag dat ik ook een Lindemans Bin 50 meehad. “Die Shiraz is echt heel lekker, hoor!”. Ik antwoordde eerlijkheidshalve dat ik een Bin 50 had geproefd die mij zeer was bevallen, maar eigenlijk niet meer wist of dat de Shiraz of de Merlot was en zodoende beide mee had genomen. “Dat zal de Shiraz geweest zijn!” bevestigde ze zonder enige twijfel. “ En de Pinot Grigio is ook zeer lekker!” Tof dat wijn zo hard leeft en dat het tot communicatie leidt, anders had ik nooit “gekeuveld” met mevrouw...
En volgende keer zoek ik zeker de Pinot Grigio, want ze had gelijk: die Shiraz 2015 is echt heel mooi in balans met een typische Shiraz-afdronk, de naam Lindemans waardig. En nog net iets rijker in neus en mond dan de Merlot, die overigens ook niet te versmaden is. Let wel, met de gewone Lindemans is niets fout maar ik zou u de Bin 50 toch ten stelligste aanraden.
mb
PS: de Chianti was ok. Voor de prijs was die dik in orde en je zal er geen beschaamde kaken mee lijden als je ze bij patatjes in de schil met charcuterie of een stevige spaghetti alla Bolognese opdient. En in alle gevallen waar meer beter is dan exquis... Waar voor zijn geld! Maar als je een bevriende wijnconnaisseur wil verrassen kan je beter wat anders kiezen... Volgende week eens zien of er nog een 2007 staat!